Historische opnames
Het zuigwindharmonium met expression is een instrument dat hoofdzakelijk is geproduceerd in Duitsland in de periode 1900 tot ca. 1920 met een uitloop tot ca. 1930.
Het vrij plotseling ophouden
van de belangstelling voor het instrument en daarmee de productie, komt grotendeels voort
uit de algemene verandering in smaak en muziekopvatting na de Eerste Wereldoorlog.
De klank van het zuigwindharmonium met expression is dermate specifiek dat het niet opgenomen kan worden in de nieuwe musiceerpraktijken van na de Eerste Wereldoorlog;
een musiceren waarbij uitdrukking en expressiviteit een minder dominante plaats innemen en een klankideaal dat veel percussiever is en minder gericht op versmelting.
Door deze veranderingen en die van na de Tweede Wereldoorlog is het huidige musiceren op een grote afstand gekomen van het musiceren rond 1900;
het musiceren in die tijd wordt nu ervaren als iets heel anders, en door velen als niet behorend bij deze tijd.
De laatste tien jaar wordt studie verricht naar uitvoeringspraktijken rond 1900 en incidenteel zijn er pogingen om uitvoeringspraktijken uit die tijd te integreren in huidige praktijken.
Zoiets is geen gemakkelijke opgave. Het uitvoeren van muziek is te beschouwen als een organisme; nieuwe, vreemde elementen kunnen vaak niet straffeloos geplaatst worden in zo'n organisme.
Een groot voordeel voor een goed begrip van uitvoeringspraktijken in de periode 1880 tot ongeveer 1920 ten opzichte van stijlperiodes van voor die tijd, is dat er audio-opnames beschikbaar zijn;
de eerste opnames zijn gemaakt aan het einde van de 19de eeuw.
Op deze pagina heb ik opnames geselecteerd die relevant zijn voor het beter begrijpen van het musiceren rond 1900 en daarmee van belang zijn voor het musiceren op het zuigwindharmonium met expression.
Het harmonium heeft een dragende toon waar expressie aan gegeven kan worden; hiermee is het van de toetsinstrumenten het meest verwant met zingen en vioolspelen.
Op grond hiervan zijn vooral oude zang- en vioolopnames geselecteerd. Voorts is een selectie gemaakt uit opnames van muziek van J.S. Bach uitgevoerd in een negentiende-eeuwse context.
Bij een eerste kennismaking, na gewenning dat de opnames audiotechnisch van een andere kwaliteit zijn dan de huidige,
valt met name op dat ten opzichte van de huidige musiceerpraktijk er meer ruimte wordt gegeven aan nuances in dynamiek en tempo,
dat aanzetten van tonen andere kleuringen krijgen en dat het portamento (een glijdende overgang van een toon naar een andere) veelvuldig gebruikt wordt.
a. Zang-opnames
Italiaanse belcanto zangeres Olimpia Boronat in 'The Last Rose of Summer'; opname 1904
Enrico Caruso en Mario Ancona in Het duet uit de Parelvissers van George Bizet; opname d.d. 1906
Enrico Caruso, Marcella Sembrich, Antonio Scotti, Marcel Journet, Francesco Daddi, en Barbara Severina in het sextet "Chi Mi Frena" uit
Donizetti's opera, "Lucia Di Lammermoor"; Opname 1908.
Hannah Müller-Rudolph in Höre Israel van Mendelssohn; opname 1921
Selma Kurz in Marien Wiegenlied (Max Reger) opname d.d. 1923 1924
Selma Kurz sopraan, Vasa Prihoda viool, in Ave Maria Bach-Gounod; opname 1923 1924
Elisa Stünzner in Des Kindes Gebet van Max Reger; opname d.d. 1927
Margarete Teschemacher in Der Engel uit de Wesendonck-Lieder van Richard Wagner; opname d.d. 1934
Joseph Schmidt in een synagogaal gezang Ano Avdoh; opname d.d. 1934
Anni Frind in Waldeinsamkeit van Max Reger; opname d.d. 1936
Jo Vincent Kwartet met psalm 36; Geloofd zij God met Diepst Ontzag; opname d.d. 1938
b.Vioolopnames
Bach Aria G dur, Kreisler (viool), opname 1903
Bach Adagio G Moll, Joseph Joachim (viool); opname uit 1904
Bach Aria G dur, Gregorowicz (viool), opname 1909
Franz Schubert, Ave Maria , Heifetz (viool); opname d.d. 1917
Bach Aria G Dur, Elman (viool) opname 1929
c. Muziek van J.S. Bach in een 19de eeuwse context
J. S. Bach, Preludium en fuga uit WTC I, F. Busoni (klavier);opname d.d. 1922
J.S.Bach, Fuga g moll, Olga Samaroff (klavier); opname d.d. 1930
J. S. Bach, O Mensch bewein dein Sünden gross BWV 622, Albert Schweitzer (orgel); opname d.d.
J.S. Bach, Jesu joy of man's desiring door Bach Cantate Club en Leon Goossens (hobo); opname d.d. 1931
J.S. Bach, Komm süsser Tod in een orkestbewerking van en uitgevoerd onder leiding van Stokowski; opname d.d. 1934
J.S.Bach, derde deel uit Italiaans Concert BWV 971, Wanda Landowska (clavecimbel); opname d.d. 1935
J.S. Bach, Prelude no.8 uit WTC in een bewerking van en uitvoering olv Stokowski; opname d.d. ca. 1935
J.S. Bach, Slot van de Matthaeus Passion, Concertgebouworkest olv Willem Mengelberg; opname d.d. 1939
J. S. Bach,
Erbarme dich uit Matthaeus Passion, Gewandhausorchester Leipzig olv Günther Ramin, Friedel Beckmann (alt), violist (niet bekend); opname d.d. 1941
J.S. Bach Fantasia en Fuga a moll BWV 904, S Feinberg (klavier); opname 1961
J.S. Bach Prelude en Fuga C dur uit WTK I, S. Feinberg (klavier)
J.S. Bach Komm süsser Tod in een bewerking van en uitgevoerd door Virgil Fox (orgel)